Hoofdstuk 44 - About the Mind (4)

Bij methode Engels Idioom aangemaakt op 12-02-2021 door sara en inmiddels 489 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vwo

Vragen

superstition = bijgeloof
superstitious = bijgelovig
ridiculous = belachelijk
omen = voorteken
to persuade = overreden / overhalen
persuasion = overtuiging / overtuigingskracht
convincing = overtuigend
curious = nieuwsgierig
curiosity = nieuwsgierigheid
to judge = beoordelen / oordelen
circumstance = omstandigheid
to acknowledge = erkennen
acknowledgement = erkenning
essence = essentie / belangrijkste
to concern = aangaan / betreffen
concern = zaak
to ridicule = belachelijk maken
To resolve = oplossen
to dissuade = afraden
to be wary of = oppassen voor
to grasp = begrijpen
ominous = onheilspellend
wits = verstand
persuasive = overtuigend
zeal = ijver / toewijding
zealous = gretig / ijverig
zest = animo / enthousiasme
predilection = voorkeur
avid = gretig
ludicrous = belachelijk