Hoofdstuk 20 - Transport (1)
Bij methode Engels Idioom aangemaakt op 08-07-2020 door mason en inmiddels 549 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: vwo
Vragen
lorry = vrachtwagen cargo = lading / vracht to leave / to depart = vertrekken departure = vertrek to enquire / to inquire = informeren enquiry / inquiry = inlichting terminus = eindstation carriage = wagon taxi / cab = taxi queue = rij to queue = in de rij staan to connect / to link = verbinden connection / link = verbinding connection / link = verband commuter = forens coach = rijtuig coach = touringcar / bus to commute = heen en weer reizen distant = ver / afgelegen dispensable = misbaar indispensable = onmisbaar fare = kaartje / reiskosten to dispense with = het stellen zonder to adopt = aannemen to avert = vermijden to loom = opdoemen to be due = moeten aankomen to convey = vervoeren conveyance = vervoer