Hoofdstuk 20 - Transport (1)

Bij methode Engels Idioom aangemaakt op 08-07-2020 door mason en inmiddels 465 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: vwo

Vragen

lorry = vrachtwagen
cargo = lading / vracht
to leave / to depart = vertrekken
departure = vertrek
to enquire / to inquire = informeren
enquiry / inquiry = inlichting
terminus = eindstation
carriage = wagon
taxi / cab = taxi
queue = rij
to queue = in de rij staan
to connect / to link = verbinden
connection / link = verbinding
connection / link = verband
commuter = forens
coach = rijtuig
coach = touringcar / bus
to commute = heen en weer reizen
distant = ver / afgelegen
dispensable = misbaar
indispensable = onmisbaar
fare = kaartje / reiskosten
to dispense with = het stellen zonder
to adopt = aannemen
to avert = vermijden
to loom = opdoemen
to be due = moeten aankomen
to convey = vervoeren
conveyance = vervoer