Hoofdstuk 6 - Life a living things

Bij methode Engels Idioom aangemaakt op 03-07-2020 door dex en inmiddels 566 keer bekeken.
Leerjaar: 6 Niveau: vwo

Vragen

species = soort, diersoort
gender = geslacht
mammal = zoogdier
paw = klauw, poot
bug = insect
cockroach = kakkerlak
caterpillar = rups
fur = bont
breed = ras
progeny = nageslacht
vermin = ongedierte
plain = vlakte
glacier = gletsjer
stem = stengel
maple = esdoorn
shamrock = klaverblad
fragrance = geur
subconscious = onderbewustzijn
to mutilate = verminken
mortality = sterfte, sterftecijfer
famine = hongersnood
predator = roofdier
savage = woest
vulture = gier
to breed = fokken
fertile = vruchtbaar
to nurture = opvoeden, verzorgen
soil = aarde
rural = landelijk
endangered = bedreigd, met uitsterven bedreigd
extinct = uitgestorven
captivity = gevangenschap
to exterminate = uitroeien
to take shelter = schuilen
prey = prooi
to devour = verslinden
to wander = zwerven, rondzwerven
to stroke = aaien
to sigh = zuchten
to puke = overgeven