Hoofdstuk 4 - vocabulary unit 4
Bij methode New Contact deel 4 aangemaakt op 16-12-2023 door dex en inmiddels 106 keer bekeken.
Leerjaar: 0
Vragen
a plan = een plan concrete = concreet an authority = een kenner historical = historisch a figure = een personage legendary = legendarisch a legend = een legende a grain of truth = een korreltje waarheid even = zelfs social = sociaal descent = afkomst uncertain = onzeker a nobleman = een edelman a forester = een boswachter a yeoman = een vrijboer to belong = thuishoren to be related to = verwant zijn met to accompany = begeleiden a crusade = een kruistocht to murder = vermoorden to ruin = verwoesten wicked = gemeen ambitious = ambiteus a fellow = een kerel a cousin = een neef to take orders from ruthless = bevelen krijgen zonder medeleven cruelty = wreedheid to opress = verdrukken the common people = het gewone volk anyone = om het even wie to catch = betrappen to hunt = jagen a deer = een hert severely = streng to punish = straffen to chop off = afhakken a culprit = een schuldige a sack = een zak to result in = tot gevolg hebben to hang = ophangen an outlaw = een vogelvrije notorious = berucht a fight = een gevecht an archer = een boogschutter a leader = een leider a chief = een chef a robber = een rover a criminal = een misdadiger the rich = de rijken the poor = de armen to fall victim to = het slachtoffer worden van oppression = verdrukking on the run = op de vlucht the troops = de troepen a nephew = een neef a half-brother = een halfbroer complicated = ingewikkeld romance = romantiek childhood = kinderjaren ton have a crush on = smoorverliefd zijn op a niece = een nicht an uncle = een oom an aunt = een tante a return = een terugkeer as soon as = meteen to catch sight of = in het oog krijgen a scriptwriter = een scenarioschrijver to compose = samenstellen plenty = in overvloed inspiration = inspiratie a century = een eeuw to appear = opdagen nowadays = vandaag de dag to miss = missen a target = een doel to shoot = schieten an arrow = een pijl to attend = bijwonen a fair = een jaarmarkt to mock = bespotten a bow = een boog to make a bet on something = wedden op iets to prove = bewijzen a hart = een mannetjeshert to refuse = weigeren a sum of money = een geldsom a supporter = een aanhanger cruel = wreed to arrest = arresteren an escape = een ontsnapping to catch = vangen, grijpen to spot = eruit halen to dress = kleden disguise = vermomming to deceive = misleiden to raid = overvallen to pass = passeren nothing = niets to fear = vrezen on the contrary = integendeel to defend = verdedigen an underdog = een zwakkere to fight = vechten a sword = een zwaard a quarterstaff = een lange, houten gevechtsstok to overpower = overweldigen to rescue = bevrijden to be hungry = honger hebben to kill = doden a heart = een hart yet = nog forever = voor altijd to pardon = vergiffenis schenken the Middle Ages = de middeleeuwen a treatment = een behandeling an illness = een ziekte treacherous = vals to drain = aftappen blood = bloed to grow = worden weak = zwak a priory = een priorij to manage = slagen in to bury = begraven to land = belanden spirit = geest alive = in leven a tale = een verhaal funds = fondsen, kapitaal brave = dapper ill = ziek curious = eigenaardig to cure = genezen a wound = een wonde to bind up = verbinden to set off = vertrekken impassable = niet te passeren pale = bleek thin = mager quietness = rust to pretend = doen alsof to hurt = kwetsen A bandage = een verband a bugle horn = een bugel a blast = een stoot (instrument) an abbey = een abdij To kneel = knielen the convent = Het klooster a bell = een klok Christmas Eve = kerstavond a Christmas carol = een kerstlied sorrow = verdriet