Hoofdstuk 6 - Life and living things

Bij methode Exam Idioms in Context deel 6 aangemaakt op 19-09-2021 door saar en inmiddels 412 keer bekeken.
Leerjaar: 5 Niveau: havo

Vragen

conscious = bewust
subsconscious = onbewust
species = soort
mammal = zoogdier
paw = poot
chest = borst
vein = ader
bug = insect
cockroach = kakkerlak
ladybird = lieveheerstbeestje
fur = bont
breed = ras
vermin = ongedierte
gender = geslacht
stem = stengel
hedge = haag
maple = esdoorn
shamrock = klaverblad
fragrance = geur
corpse = lijk
to spoil = rotten
mortality = sterfte
predator = roofdier
vulture = gier
to breed = fokken
fertile = vruchtbaar
soil = aarde
harvest = oogst
rural = landelijk
endangered = bedreigd
extinct = uitgestorven
captivity = gevangenschap
prey = prooi
vet = dierenarts
to wander = zwerven
to stroke = aaien
to snort = snuiven
to sigh = zuchten
to puke = overgeven
to ache = pijn doen
bestaan = existence
overleven = to survive
dakloos = homeless
lichamelijk = physical
zintuig = sense
zuurstof = oxygen
slikken = to swallow
bewust = aware
aankomen = to gain
gewond = injured
zorg = care
verbouwen = to grow
schepsel, dier = creature
schadelijk = harmful
ongevaarlijk = harmless