Hoofdstuk 5 - Alle woordjes

Bij methode All right! aangemaakt op 15-12-2023 door emma en inmiddels 112 keer bekeken.
Leerjaar: 2 Niveau: havo/vwo

Vragen

plan = plattegrond
might = zou kunnen
stuff = dingen,spul
exhibit = iets wat is tentoongesteld
gravity = zwaartekracht
communication = communicatie
satellite = satelliet
timekeeping = het bijhouden van de tijd
Instructions = aanwijzingen,instructies
human being = mens(elijk wezen)
say = erin staan,beschrijven
not yet = nog niet
mean = gemeen
mate = vriend,kerel
What is it supposed to be? = Wat moet het voorstellen?
artificial = kunst(matig)
space suit = ruimtepak
think-thought-thought = denken
wonder = zich afvragen
electricity = elektriciteit
space travel = ruimtevaart
Technology = technologie
human body = menselijk lichaam
History = geschiedenis
clock = klok
horrible = afschuwelijk
artist = kunstenaar
drawing = tekening
sience = wetenschap
invention = uitvinding
button = knop, knoop
together = samen
motorbike = motor(fiets)
fly - flew - flown = vliegen
crash = verongelukken, botsen
elevator = lift
rocket = raket
exciting = opwindend, spannend
amazing = verbazingwekkend
inventor = uitvinder
explorer = ontdekkingsreiziger
mankind = mensheid
century = eeuw
bra = bh
beg = smeken
operate = bedienen
disk = schijf
Sincerely = Met vriendelijke groeten
robber = rover,dief
emperor = keizer
nickname = bijnaam (geven)
only = pas
of his days = uit zijn tijd
impossible = onmogelijk
vacuum cleaner = stofzuiger
zipper = rits
band-aid = pleister
complain = klagen
deserve = verdienen
practice = oefening
mirror = spiegel
describe = beschrijven
lie = leugen
discovery = ontdekking
collect = verzamelen
call after , name after = noemen naar
throughout the years = door de jaren heen
groundbreaking = baanbrekend
collection = verzameling, collectie
object = voorwerp
passagier = passenger
compete = strijden
family doctor = huisarts
within = binnen
scientist = wetenschapper
lap = ronde
speed = snelheid
range = bereik
clarity = helderheid
magical = magisch
disappointed = teleurgesteld
cap = dop
savings account = spaarrekening
shelf = plank
all the time = constant, voortdurend
past = verleden
present = heden
tour = rondleiding
competition = wedstrijd
an hour = per uur
complete = afmaken, voltooien
accept = accepteren
main, major = belangrijkste
take part in = meedoen aan
reach = bereiken
improve = verbeteren
telephone set = telefoontoestel
journey = reis
bring - brought - brought = (mee) brengen
excist = bestaan
store = opslaan, bewaren
tell - told - told = vertellen
begin - began - begun = beginnen
list = een overzicht geven
others = anderen
queue = rij
on my way = op weg zijn naar
evil = kwaadaardig, slecht
gadget = apparaatje, ding
weapon = wapen
blow up = ontploffen
fit = passen
crack a code = een code kraken
nice-looking = goed uitziend
during = tijdens
page = pagina
meet - met - met = ontmoeten, afspreken
as usual = zoals gewoonlijk
car = auto
chew = kauwen
inside = binnen
take a picture = foto nemen / maken
terugsturen = send back
translate = vertalen
nearly = bijna
forget - forgot - forgotten = vergeten