Hoofdstuk 3 - All Studyboxes (1,2,3,4,5)
Bij methode All right! aangemaakt op 06-03-2023 door plivia en inmiddels 219 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: vwo
Vragen
avalanche = lawine catch unawares = verrassen, overrompelen warehouse = pakhuis, loods Class A drug = harddrug premises = terrein freak accident = bizar ongeval in-depth = diepgaand tabloid = sensatiekrant gutter = goot in circulation = in roulatie emerge = blijken, aan het licht komen dignity = waardigheid tighten your grip = beter greep krijgen op iets segregation = rassenscheiding descent = afkomst overwhelming = overweldigend proportion = aantal (relatief) outrageous = buitensporig, ongelooflijk private investigator = privédetective vulnerable = kwetsbaar vrachtwagen = lorry gevaarlijk = hazardous doorbraak = breakthrough bewoner, inwoner = resident getuige = witness rem = brake steile weg = steep road roddel = gossip aanhoudend, gestaag = steady vertrouwelijk = confidential stevige concurrentie = stiff competition combineren, verenigen = combine onthullen = reveal reclamebord = billboard vrezen = fear chic, bekakt = posh voorpagina = front page wang = cheek schuldig zijn = owe belasting = tax doorgaan = carry on failliet gaan = go bankrupt aanpakken = tackle stichting = foundation waarschuwen = warn vereniging = association samenwerken = collaborate geloof, religie = faith ondeugend = naughty gevolg, consequentie = consequence onderzoek, studie = study van mening zijn = believe vandaag de dag = these days lui = lazy uitbuiten, misbruik maken van = exploit cultural heritage = cultuurgoed passionate = gepassioneerd, fel movement = beweging preserve = behouden, in stand houden down the road = een stukje verderop stroke = beroerte regain consciousness = weer bij bewustzijn komen winch = omhoog hijsen trapped by = niet weg kunnen komen, vastzitten will swamp = doen overstromen burst = overstromen 're stranded = gestrand, niet weg kunnen komen uncover = opgraven water main = hoofdwaterleiding carry out works = werkzaamheden on the outskirts = aan de rand van hyphenated = verbonden met een koppelteken antwoorden, reageren = respond verrassen, verbazen = surprise moedertaal = native language vloeiend, vaardig in = fluent dalen, afnemen = decrease dagelijks = daily antwoorden = reply stijgen, toenemen = increase nog (steeds) = still maar, echter, toch = yet in (loon)dienst hebben / nemen = employ verbaasd = amazed diagnose stellen = diagnose kennis = knowledge spreektherapie = speech therapy camping = campsite zien, herkennen = spot dichtbij, dichtbijgelegen = nearby wegspoelen = sweep away in diepe slaap = fast asleep wekken, wakker maken = wake stijgen = rise middeleeuws = medieval eerste, aanvankelijk = initial uit het onderzoek blijkt = the study suggests nader onderzoek = closer inspection duiden op = indicate een aantal = a number of vloer = floor achternaam = surname per ongeluk = by accident sollicitor = advocaat residential area = woonwijk ward = zaal benefit = uitkering cut = inperken, korten op jobseeker's allowance = uitkering voor werkzoekenden amount to = neerkomen op prospects = vooruitzichten invaluable = van onschatbare waarde belang = importance buren = neighbours stoep = pavement druk = crowded verbieden = forbid, forbade, forbidden juist = proper verzekering = insurance toelaten, toestaan = allow parkeerplaats = car park mening = view onpraktisch = impractical het oneens zijn = disagree uitstekend = excellent locatie = location naast = next to speeltuin = playground onbetaald = unpaid stage = work experience slavenarbeid = slave labour gewend aan = used to bron = source schreeuwen, roepen = cry onredelijk = unreasonable werkloos = unemployed overwhelmed = overdonderd furious = woedend needless to say = het hoeft geen betoog saucy = pikant, ondeugend detention = nablijven (op school) nevertheless = desondanks, desalniettemin gênant, beschamend = embarrassing mening = opinion knap (voor mannen) = handsome meteen, direct = right away hoeveelheid = amount fietsrek = bicycle rack ruimte = room onlangs, de laatste tijd = lately vastmaken = attach slot, (af)sluiten = lock tegen de tijd = by the time lantaarnpaal = lamp post ondertussen = in the meantime distraction = afleiding survey = enquête device = apparaat dormitory = slaapzaal engage = meedoen aan, zich bezighouden met disengage from = zich losmaken van perspective on = kijk op perception on = kijk op respondent = geënquêteerde, deelnemer aan enquête keep in touch = in contact blijven nuts = knettergek non-existent = niet-bestaand get around = omzeilen curfew = avondklok suburb = buitenwijk hangover = kater charge with = aanklagen voor conspiracy = samenzwering juvenile crime = jeugdcriminaliteit out of line = over de schreef lag behind = achterblijven annual report = jaarverslag in custody = in hechtenis, in voorarrest enforce = opleggen, afdwingen zonder = without op het platteland = rural semester, onderwijsperiode = term tot doel hebben, streven = aim gebruik = usage afleiden = distract ontvangst = reception pogen, proberen = attempt begeleiding = guidance afhankelijkheid = dependence omgaan met = deal with verblijf = stay elkaar leren kennen = get to know each other medestudent = fellow student in feite, eigenlijk = actually cijfer (op school) = grade mobieltje = cell phone (AmE) mobieltje = mobile phone (BrE) gemiddeld = on average verslaafd = addicted beschuldigen van = accuse of medicijn(en) = medication gewoonte = habit uitzetten = shut off medicijnen toedienen = drug volgens = according to vreemd = odd uitslag (van onderzoek) = results met opzet, expres = on purpose uit de hand lopen = get out of hand worstelen met = struggle with regelen = regulate meest recent = latest zelfverzekerd, vol vertrouwen = confident uitleg = explanation Ik heb geen idee. = I haven't a clue.