Hoofdstuk 4 - challenges box 1-7
Bij methode All right! deel 1 aangemaakt op 15-02-2023 door sara en inmiddels 194 keer bekeken.
Leerjaar: 4
Niveau: havo
Vragen
geestelijk, mentaal = mental gespannen = tense gewaagd, gedurfd = bold in de war sturen = to upset methode, benadering = approach onderschatten = to underestimate (onder)steunend = supportive op die manier = in that way overwinnen = to conquer tempo = pace uitgeput = exhausted voldoening = satisfaction competitor = concurrent, mededinger liberate = bevrijden, vrijmaken bevredigend, naar tevredenheid = satisfactory buitengewoon = extremely gebed = prayer hartstochtelijk = passionate inhouden, betrekken = to involve laatst, uiteindelijk = ultimate moedig = courageous ongelukkig, onfortuinlijk = unfortunate prachtig, schitterend = magnificent troost = comfort uitglijden = to slip vriendelijk, prettig in de omgang = sociable wonderbaarlijk, geweldig = marvellous zeker, definitief = definitely to accompany = begeleiden, vergezellen ridge = richel aantonen = prove aarzelend = hesitantly alledaags, gewoon = conventional bekwaam, kundig = skilful bereiken = to achieve beveiligingsbeambte = security guard bewijs = evidence bijzonder, eigenaardig (vaak negatief) = peculair buik = belly chips = crisps enorm = huge erkennen = to recognise erkennen, toegeven = admit eten en drinken = to consume fantasie, verbeeldingskracht = imagination groot glas (bier) (ruim een halve liter) = pint halve finale = semi-final(s) (ge)hele = entire de hoofdrol spelen = to feature idee,geloof = notion in staat om = capable of mager en fit = lean middeleeuws = medieval nodig hebben, vereisen = to require omhelzen = to hug ongewoon, ongebruikelijk = unusual opgeven (waarvoor je verantwoordelijk bent = to abandon opvallend = striking populair = fashionable presenteren (van een programma) = to host rechtsreeks uitzenden = to broadcast live rechtstreeks uit = straight from rekenen = to calculate reus = giant je schouders ophalen = to shrug your shoulders slank en aantrekkelijk = slender sluw = crafty snel = swift(ly) tenminste = at least (sport) toernooi = tournament uitblinken = to excel vastberadenheid = determination verbazingwekkend = astonishing verbieden (officieel) = to abandon volwassen worden = to come of age woede = rage worden = to turn zendtijd met de grootste kijkdichtheid = prime time ale = bier archery = boogschieten to capture = vangen, boeien compatriot = landgenoot cutting = scherp, bitter to defy = weerstaan, het hoofd bieden aan to display = tonen fervent = vurig, hartstochtelijk to forge = vormen, bedenken to grasp = begrijpen notable = opvallend ominous = onheilspellend omnipresent = overal aanwezig to outweigh = zwaarder wegen dan overly = overdreven to pursue = nastreven range = verscheidenheid, reeks reassurance = geruststelling reigning = regerend seething = ziedend, blind stature = aanzien tense = spannend to persist (of an idea, pain) = blijven bestaan on a whim = in een opwelling (aandelen)beurs = stock exchange aantrekkingskracht = appeal sterke rang, neiging = urge geschokt, ontdaan = upset gevaarlijk en opwindend = extreme invalide = disabled litteken = scar iemand van iets overtuigen = to convice somebody of something ploeg = crew rolstoel = wheelchair uitrusting = gear verslaving = addiction zwaar, moeilijk = tough avalanche = lawine to grab = vastpakken hazardous = gevaarlijk marine = marinier af en toe, incidenteel = occasional beginnen (aan een sport) = to take up benadrukken = to stress elleboog = elbow geleidelijk = gradually helling = slope helm = helmet hoek = angle houding = attitude onderhouden, volhouden, handhaven = to maintain overdreven = exaggerated pols = wrist reeks, rij = series ruim voldoende, volop = ample schaafwond = scrape stroomversnellingen = rapids (ver)storen = to disturb uitrusting = equipment vaardigheid = skill verbazingwekkend = amazing verzwikken = to twist iemand voorzien (van) = to fix somebody up (with) wankel = unsteady woede = fury accesories = iets dat ergens bij hoort, accessoires to bounce = stuiteren, springen core = kerk dice = dobbelstenen folly = dwaasheid friction = wrijving impartial = onpartijdig lap = ronde to mutter = mompelen pad = vulling proclaimed = uitroepen tot to put off = uitstellen to resign oneself to = zich neerleggen bij, berusten in to resume = hervatten to shift = verplaatsen to toss = opgooien versus = tegen to witness = getuige zijn van autoriteit, gezag = authority Geval = case iemand die de spanning opzoekt = thrill-seeker informeel = informal krassen = to scratch lift = elevator nieuwsgierigheid = curiosity oppervlak = surface uitdagen = to challenge varieren, afwisselen = to vary (ver)tonen = to display alien = vreemd, onbekend delightful = heerlijk, zalig destiny = (nood)lot disarming = ontwapend leisure = vrije tijd ruthless = medegonenloos stroke = slag aannemen, veronstellen = to assume er word aangenomen dat hij = it is assumed that he ambacht = craft behandeling = treatment echt, werkelijk = genuinely (blok)hut = cabin momenteel = currently nood... (voor noodgevallen) = emergency onderhoud = maintenance opwinding, spanning = excitement solliciteren naar = to apply for verruimen = to broaden adaptable = flexibel appetite = eetlust cooperative = meewerkend to defy = uitdagen fortnight's = twee weken, veertien dagen hospitality = gastvrijheid laundry = wasserette litter = afval, rommel (door mensen achtergelaten) a subscription to = abonnement op