Hoofdstuk 4 - challenges box 1-7

Bij methode All right! deel 1 aangemaakt op 15-02-2023 door sara en inmiddels 123 keer bekeken.
Leerjaar: 4 Niveau: havo

Vragen

geestelijk, mentaal = mental
gespannen = tense
gewaagd, gedurfd = bold
in de war sturen = to upset
methode, benadering = approach
onderschatten = to underestimate
(onder)steunend = supportive
op die manier = in that way
overwinnen = to conquer
tempo = pace
uitgeput = exhausted
voldoening = satisfaction
competitor = concurrent, mededinger
liberate = bevrijden, vrijmaken
bevredigend, naar tevredenheid = satisfactory
buitengewoon = extremely
gebed = prayer
hartstochtelijk = passionate
inhouden, betrekken = to involve
laatst, uiteindelijk = ultimate
moedig = courageous
ongelukkig, onfortuinlijk = unfortunate
prachtig, schitterend = magnificent
troost = comfort
uitglijden = to slip
vriendelijk, prettig in de omgang = sociable
wonderbaarlijk, geweldig = marvellous
zeker, definitief = definitely
to accompany = begeleiden, vergezellen
ridge = richel
aantonen = prove
aarzelend = hesitantly
alledaags, gewoon = conventional
bekwaam, kundig = skilful
bereiken = to achieve
beveiligingsbeambte = security guard
bewijs = evidence
bijzonder, eigenaardig (vaak negatief) = peculair
buik = belly
chips = crisps
enorm = huge
erkennen = to recognise
erkennen, toegeven = admit
eten en drinken = to consume
fantasie, verbeeldingskracht = imagination
groot glas (bier) (ruim een halve liter) = pint
halve finale = semi-final(s)
(ge)hele = entire
de hoofdrol spelen = to feature
idee,geloof = notion
in staat om = capable of
mager en fit = lean
middeleeuws = medieval
nodig hebben, vereisen = to require
omhelzen = to hug
ongewoon, ongebruikelijk = unusual
opgeven (waarvoor je verantwoordelijk bent = to abandon
opvallend = striking
populair = fashionable
presenteren (van een programma) = to host
rechtsreeks uitzenden = to broadcast live
rechtstreeks uit = straight from
rekenen = to calculate
reus = giant
je schouders ophalen = to shrug your shoulders
slank en aantrekkelijk = slender
sluw = crafty
snel = swift(ly)
tenminste = at least
(sport) toernooi = tournament
uitblinken = to excel
vastberadenheid = determination
verbazingwekkend = astonishing
verbieden (officieel) = to abandon
volwassen worden = to come of age
woede = rage
worden = to turn
zendtijd met de grootste kijkdichtheid = prime time
ale = bier
archery = boogschieten
to capture = vangen, boeien
compatriot = landgenoot
cutting = scherp, bitter
to defy = weerstaan, het hoofd bieden aan
to display = tonen
fervent = vurig, hartstochtelijk
to forge = vormen, bedenken
to grasp = begrijpen
notable = opvallend
ominous = onheilspellend
omnipresent = overal aanwezig
to outweigh = zwaarder wegen dan
overly = overdreven
to pursue = nastreven
range = verscheidenheid, reeks
reassurance = geruststelling
reigning = regerend
seething = ziedend, blind
stature = aanzien
tense = spannend
to persist (of an idea, pain) = blijven bestaan
on a whim = in een opwelling
(aandelen)beurs = stock exchange
aantrekkingskracht = appeal
sterke rang, neiging = urge
geschokt, ontdaan = upset
gevaarlijk en opwindend = extreme
invalide = disabled
litteken = scar
iemand van iets overtuigen = to convice somebody of something
ploeg = crew
rolstoel = wheelchair
uitrusting = gear
verslaving = addiction
zwaar, moeilijk = tough
avalanche = lawine
to grab = vastpakken
hazardous = gevaarlijk
marine = marinier
af en toe, incidenteel = occasional
beginnen (aan een sport) = to take up
benadrukken = to stress
elleboog = elbow
geleidelijk = gradually
helling = slope
helm = helmet
hoek = angle
houding = attitude
onderhouden, volhouden, handhaven = to maintain
overdreven = exaggerated
pols = wrist
reeks, rij = series
ruim voldoende, volop = ample
schaafwond = scrape
stroomversnellingen = rapids
(ver)storen = to disturb
uitrusting = equipment
vaardigheid = skill
verbazingwekkend = amazing
verzwikken = to twist
iemand voorzien (van) = to fix somebody up (with)
wankel = unsteady
woede = fury
accesories = iets dat ergens bij hoort, accessoires
to bounce = stuiteren, springen
core = kerk
dice = dobbelstenen
folly = dwaasheid
friction = wrijving
impartial = onpartijdig
lap = ronde
to mutter = mompelen
pad = vulling
proclaimed = uitroepen tot
to put off = uitstellen
to resign oneself to = zich neerleggen bij, berusten in
to resume = hervatten
to shift = verplaatsen
to toss = opgooien
versus = tegen
to witness = getuige zijn van
autoriteit, gezag = authority
Geval = case
iemand die de spanning opzoekt = thrill-seeker
informeel = informal
krassen = to scratch
lift = elevator
nieuwsgierigheid = curiosity
oppervlak = surface
uitdagen = to challenge
varieren, afwisselen = to vary
(ver)tonen = to display
alien = vreemd, onbekend
delightful = heerlijk, zalig
destiny = (nood)lot
disarming = ontwapend
leisure = vrije tijd
ruthless = medegonenloos
stroke = slag
aannemen, veronstellen = to assume
er word aangenomen dat hij = it is assumed that he
ambacht = craft
behandeling = treatment
echt, werkelijk = genuinely
(blok)hut = cabin
momenteel = currently
nood... (voor noodgevallen) = emergency
onderhoud = maintenance
opwinding, spanning = excitement
solliciteren naar = to apply for
verruimen = to broaden
adaptable = flexibel
appetite = eetlust
cooperative = meewerkend
to defy = uitdagen
fortnight's = twee weken, veertien dagen
hospitality = gastvrijheid
laundry = wasserette
litter = afval, rommel (door mensen achtergelaten)
a subscription to = abonnement op