Hoofdstuk 2 - unit 2

Bij methode All right! aangemaakt op 21-08-2022 door thomas en inmiddels 223 keer bekeken.
Leerjaar: 1 Niveau: havo/vwo

Vragen

een verrassing = a surprise
geadresseerd, gericht aan = addressed
wat zou je zeggen van = how about
Ik heb het koud = I'm cold.
Ik heb honger = I'm hungry
Wat denk je? = Guess what?
Tachtigste = eightieth
nog (steeds) = still
jongens = guys
misschien = perhaps
Echt waar? = Are you serious?
uitleggen = explain
wachtwoord = password
ontvangen = receive
Gefeliciteerd! = Congratulations!
slecht = bad
een kopje thee = a cup of tea
brief = letter
Weet je het zeker? = Are you sure?
omdat = because
oma = gran
bellen, telefoneren = telephone, phone
soms = sometimes
lezen = read
moeilijk = difficult
sturen = send
maar = but
leren = learn
druk, druk bezig = busy
denken, vinden = think
misschien = maybe
keep = houden
magazine = tijdschrift
het milieu = the environment
verhaal = story
gedicht = poem
artikel = article
vrouwen (echtgenotes) = wives
prinses = princess
taal = language
krant = newspaper
zich voorstellen = imagine
advertentie = advert
aantrekkelijk, knap = attractive
antwoordapparaat = answering machine
acherlaten = leave
bang = frightened
bericht = message
gezicht = face
goed gedaan = well done
verkopen = sell
uitstekend = excellent
serieus = serious
duur = expensive
interessant = interesting
schrijven = write
saai = boring
leven = life
liefde = love
verschillend, anders = different
bijvoorbeeld = for example
zonder = without
altijd = always
gebruiken = use
baan = job
jong = young
datum = date
bellen = call
telefoonnummer = telephone number
koffie = coffee
morgen = tomorrow
ouders = parents
gebeuren = happen
land = Country
het is beter = it's best
enorm = huge
vliegen = fly
lachen = laugh
aandacht = attention
voorbeeld = example
vertrekken = leave
proefwerk = test
terwijl = while
hoofd = head
veranderen = change
willen = want
ijs, ijsje = ice cream
snel = fast
uur = hour
alleen = alone
gisteren = yesterday
op vakantie = on holiday
wachten = wait
achter = behind
vrouw = woman
advies = advice
vergeten = forget
jaar = year
eten = eat
luisteren = listen
ik woon = I
you live = jij woont
he lives = hij woont
she lives = zij woont
it lives = het woont
they live = zij wonen
you live = jullie wonen
we live = wij wonen
stom = stupid
daar gaat-ie dan = here goes!
hoe duur = how much
vraag = question
play = spelen
ticket = kaartje
match = wedstrijd
buy = kopen
pay = betalen
early = vroeg