Hoofdstuk 3 - unit 3 lesson 1
Bij methode All right! deel 2 aangemaakt op 06-03-2022 door lars en inmiddels 345 keer bekeken.
Leerjaar: 2
Niveau: havo/vwo
Vragen
bargain = koopje sheepskin = schapenvacht fad = rage, modegirl fashionable = modieus desperate = wanhopig rubbish = rommel, rotzooi, troep allowance = zakgeld limit = maximum annoy = irriteren excuse = excuus, smoesje latest = nieuwst, meest recent addication = verslaving actually = echt fountain = fontein wealth = rijkdom outlet = winkel uitpakken = unpack unpack = uitpakken koffer = suitcase suitcase = koffer regenjas = raincoat raincoat = regenjas laarzen, hoge schoenen = boots boots = laarzen, hoge schoenen uit de mode = out of fashion out of fashion = uit de mode dragen = wear, wore, worn wear, wore, worn = dragen gemakkelijk = comfortable comfortable = gemakkelijk winkelcentrum = shopping centre, shopping mall shopping centre, shopping mall = winkelcentrum cadeau = gift gift = cadeau opslaan = store store = opslaan apparaatje = gadget gadget = apparaatje cosmetica = cosmetics elektronica = electronics bouwen = Build Built Built build, built, built = bouwen geluk succes = good luck verdieping = floor merk = brand plek = spot spot = plek hoe staat het mij? staat het me? = How do I look? Wat vind je ervan? = What do you think? Staat dit jasje me goed? = Does this jacket look good on me? ik vind'm niet mooi = i don't like it ik vind deze wel mooi. die staat je goed = i rather like this one. it suits you die jas staat je helemaal niet = that coat doesn't suit at all