Hoofdstuk 4 - Alle studyboxen!
Bij methode All right! deel a aangemaakt op 03-06-2020 door lotte en inmiddels 620 keer bekeken.
Leerjaar: 2
Niveau: vmbo-t/havo/vwo
Vragen
fry = bakken emperor = keizer in memory of = ter nagedachtenis aan recognize = erkennen admit = toegeven whenever = wanneer dan ook century = eeuw tomb = graf nickname = bijnaam match = lijken op joke = grap / mop noisy = lawaaierig / luidruchtig in front of = voor access to = toegang tot guide book = reisgids complete = afmaken / afronden example = voorbeeld suppose = vermoeden, aannemen look up = opzoeken importance = belang palace = paleis happen = gebeuren bank = oever gate = poort mosque = moskee diversity = verscheidenheid, diversiteit package tour = georganiseerde reis skip = overslaan charge = in rekening brengen arrangement = afspraak is home to = hebben, bieden harvest = oogst rare = zeldzaam decade = decennium comparatively = betrekkelijk enable = in staat stellen determine = bepalen qualifications = diploma's command = beheersing attitude = houding cover = bedekken beach = strand trip = reis destination = bestemming kind of = soort curious = nieuwsgierig during = tijdens rapid = snel have to do with = te maken hebben met provide = verschaffen opportunity = kans earn money = geld verdienen teach - taught - taught = onderwijzen at night = 's nachts foreign = buitenlands patience = geduld polite = vriendelijk explain = uitleggen take part = meedoen true = echt slum = sloppenwijk exploit = misbruiken harsh = wreed unskilled = ongeschoold aware of = bewust van labourer = handarbeider tough = zwaar attend school = naar school gaan appreciate = waarderen villager = dorpsbewoner spend - spent - spent = besteden awful = verschrikkelijk cotton = katoen poverty = armoede receive = ontvangen survive = overleven dream - dreamt = dromen historical = historisch realize = zich realiseren improve = verbeteren relative = familielid support = ondersteunen meaning = betekenis deal with = zich bezighouden met discuss = bespreken one day = op een dag keen on = gek op species = soorten mixture = mengsel spice = specerij interesting = interessant used to be = was vroeger attract = (aan)trekken Holiday = feestdag