Hoofdstuk 4 - Alle studyboxen!

Bij methode All right! deel a aangemaakt op 03-06-2020 door lotte en inmiddels 532 keer bekeken.
Leerjaar: 2 Niveau: vmbo-t/havo/vwo

Vragen

fry = bakken
emperor = keizer
in memory of = ter nagedachtenis aan
recognize = erkennen
admit = toegeven
whenever = wanneer dan ook
century = eeuw
tomb = graf
nickname = bijnaam
match = lijken op
joke = grap / mop
noisy = lawaaierig / luidruchtig
in front of = voor
access to = toegang tot
guide book = reisgids
complete = afmaken / afronden
example = voorbeeld
suppose = vermoeden, aannemen
look up = opzoeken
importance = belang
palace = paleis
happen = gebeuren
bank = oever
gate = poort
mosque = moskee
diversity = verscheidenheid, diversiteit
package tour = georganiseerde reis
skip = overslaan
charge = in rekening brengen
arrangement = afspraak
is home to = hebben, bieden
harvest = oogst
rare = zeldzaam
decade = decennium
comparatively = betrekkelijk
enable = in staat stellen
determine = bepalen
qualifications = diploma's
command = beheersing
attitude = houding
cover = bedekken
beach = strand
trip = reis
destination = bestemming
kind of = soort
curious = nieuwsgierig
during = tijdens
rapid = snel
have to do with = te maken hebben met
provide = verschaffen
opportunity = kans
earn money = geld verdienen
teach - taught - taught = onderwijzen
at night = 's nachts
foreign = buitenlands
patience = geduld
polite = vriendelijk
explain = uitleggen
take part = meedoen
true = echt
slum = sloppenwijk
exploit = misbruiken
harsh = wreed
unskilled = ongeschoold
aware of = bewust van
labourer = handarbeider
tough = zwaar
attend school = naar school gaan
appreciate = waarderen
villager = dorpsbewoner
spend - spent - spent = besteden
awful = verschrikkelijk
cotton = katoen
poverty = armoede
receive = ontvangen
survive = overleven
dream - dreamt = dromen
historical = historisch
realize = zich realiseren
improve = verbeteren
relative = familielid
support = ondersteunen
meaning = betekenis
deal with = zich bezighouden met
discuss = bespreken
one day = op een dag
keen on = gek op
species = soorten
mixture = mengsel
spice = specerij
interesting = interessant
used to be = was vroeger
attract = (aan)trekken
Holiday = feestdag