veelvoorkomende uitdrukkingen in de vraagstelling
Bij methode Na Klar 3 aangemaakt op 24-05-2023 door Duitsewoordjes en inmiddels 186 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
Abschwächung = afzwakking ähnlich, sehen sich = lijken op elkaar Angaben = gegevens angeblich = naar men zeg anzeigen = aankondigen Ausarbeitung = uitwerking auskennen, sich = bekend zijn met Ausnahme = uitzondering ausüben = uitoefenen Bedeutung = betekenis Befund = bevinding beobachten = waarnemen Beschränkung = beperking beseitigen = verwijderen besonders = vooral Bewertung = beoordeling bewilligen = toekennen/ toestaan Beziehung = verhouding beziehungsweise (bzw.) = respectievelijk (resp.) derzeit = momenteel eben = nu eenmaal ehrenamtlich = vrijwillig einheitlich = uniform einzeln = afzonderlijk entsprechen = overeenkomen met Ergebnis = resultaat/ uitkomst Frage = kwestie Frage, in ... stellen = ter discussie stellen fragwürdig = twijfelachtig insgesamt = in totaal je nachdem = al naar gelang keineswegs = geenszins längst = allang laut = volgens nebensächlich = onbelangrijk offenbar = blijkbaar Phänomen = verschijnsel Präzisierung = iets precies aangeven Quelle = bron scheitern = mislukken schlicht = simpelweg Überschrift = kop/ tussenkopje/ titel üblich = gebruikelijk Umfrage = enquête veranstalten = organiseren Verharmlosung = bagatellisering versprechen = beloven vorziehen = de voorkeur geven aan zusätzlich = extra zutreffend = correct Zweck = doel