veelvoorkomende woorden en uitdrukkingen in de vraagstelling (functie, verhouding en toon)
Bij methode Na Klar 2 aangemaakt op 22-05-2023 door Duitsewoordjes en inmiddels 200 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: vwo
Vragen
Abstrahierung = abstractie/ weglaten van details Bedingung = voorwaarde Begründung = motivering Beispiel = voorbeeld Bestätigung = bevestiging Einräumung = toegeving/ gedeeltelijke inwilliging Einschränkung = beperking Ergänzung = toevoeging Erklärung = verklaring Erläuterung = toelichting Gegensatz = tegenstelling Konkretisierung = concretisering paraphrase = parafrase/ in andere woorden Relativierung = relatievering Schlussfolgerung = conclusie Steigerung = vergroting/ versterking Verallgemeinerung = generalisatie Voraussetzung = voorwaarde Widerlegung = weerlegging Widerspruch = tegenspraak Weiterführung = vervolg Zusammenfassung = samenvatting Ablehnung = afwijzing Begeisterung = enthousiasme Bewunderung = bewondering Eifersucht = jaloezie Entsetzen = ontzetting Enttäuschung = teleurstelling Erstaunen = verbazing Gleichgültigkeit = onverschilligheid Schadenfreude = leedvermaak Unterhaltung = amusement Verständnis = begrip