Hoofdstuk 1 - HELE LEKTION 1

Bij methode Dansk her & nu aangemaakt op 10-06-2020 door fleur en inmiddels 457 keer bekeken.
Leerjaar: 5 Niveau: aso

Vragen

at hjælpe = helpen
Bosnien-Hercegovina = Bosnië en Herzegovina
de = zij (meervoud)
den = het
du = jij
en ambassade = een ambassade
en chauffør = een chauffeur
en invitation = een uitnodiging
en jurist = een jurist
en kok = een kok
en restaurant = een restaurant
England = Engeland
Finland = Finland
Frankrig = Frankrijk
han = hij
hun = zij (enkelvoud)
hvad = wat
hvem = wie
hvis = wiens
hvor = waar
hvor gammel = hoe oud
hvor længe = hoelang
hvorfor = waarom
hvornår = wanneer
I = jullie
Indien = India
Irak = Irak
Iran = Iran
island = Ijsland
jeg = ik
kære = beste
kærlig hilsen = vriendelijke groeten
Kina = china
et land = een land
landene = de landen
en nationalitet = een nationaliteit
Norge = Noorwegen
Pakistan = Pakistan
Polen = Polen
pronominer = voornaamwoorden
Rusland = Rusland
selvfølgelig = natuurlijk
Serbien = Servië
Spanien = Spanje
et sprog = een taal
Sverige = Zweden
Thailand = Thailand
Tyrkiet = Turkije
Tyskland = Duitsland
Ungarn = Hongarije
USA = VS
vi = wij
vi vil gerne invitere... = wij zouden graag...uitnodigen
at invitere = uitnodigen
en arbejdsplads = een arbeidsplaats
at møde = ontmoeten
en by = een stad
dansk = Deens
dejlig = prachtig
deres = hun
det = dit
det var hyggeligt at møde dig = het was leuk om jou te ontmoeten
en sygeplejerske = een verpleegster
engelsk = Engels
et tømrerfirma = een timmerbedrijf
fint, tak = goed, bedankt
han hedder = hij heet
hej (hils) = hallo (begroeting)
hej (afsked) = tot ziens (afscheid)
hendes = haar
hun (ental) = zij (enkelvoud)
hun arbejder = zij werkt
hun er = zij is
hun kommer fra = zij komt van
hvad med dig? = en met jou?
hvor har du været? = waar ben jij geweest?
hvordan går det? = hoe gaat het?
i lige måde = hetzelfde voor jou
kan = kan
København = Kopenhagen
en kollega = een collega
kun = alleen
lidt = een beetje
en ægtemand = een echtgenoot
en mand = een man
Maria bor = Maria leeft
ny = nieuw
også = ook
på arbejde = aan het werk
på et hospital = in een ziekenhuis
en Spanier = een Spanjaard
synes = denk
taler = spreek
en tømrer = een timmerman
velkommen = welkom
vi ses = tot ziens
vores = onze
en adresse = een adres
Anna går til dansk = Anna studeert Deens
at gå = studeren
de snakker = zij spreken
at snakke = spreken
eller = of
en fodboldspiller = een voetbalspeler
en kop kaffe = een kop koffie
en pause = een pauze
forkert = fout
hvad laver du? = wat doe je
at lave = maken
jeg spiller = ik speel
at spille = spelen
en læge = een dokter
professionel = professioneel
rigtigt = juist
sammen = samen
tæt på = dicht bij
tak = bedankt
té = thee
værsågod = hier ga je
vil du have = wil jij
400 øer = 400 eilanden
en ø = een eiland
5,3 millioner mennesker = 5,3 miljoen mensen
et menneske = een mens
at høre til = behoren tot
består af = bestaat uit
at bestå = bestaan
det danske rige = het Koninkrijk Denemarken
et navn = een naam
et efternavn = een achternaam
en befolkning = een bevolking
en halvø = een schiereiland
EU = EU
Færøerne = Faeröer
født i = geboren in
Fyn = Funen
gange = tijden
en geografi = een geografie
Grønland = Groenland
hele = hele
højeste naturlige punkt = hoogste natuurlijke punt
en hovedstad = een hoofdstad
jorden = de aarde
Jylland = Jutland
lille = klein
et medlem = een lid
mest almindelig = meest algemeen
nord = noord
øst = oost
pigenavne = meisjesnamen
et selvstyre = een zelfbestuur
Sjælland = Seeland
større byer = grote steden
større end = groter dan
syd = zuid
typisk = typisch
vest = west