Hoofdstuk 1 - HELE LEKTION 1
Bij methode Dansk her & nu aangemaakt op 10-06-2020 door fleur en inmiddels 548 keer bekeken.
Leerjaar: 5
Niveau: aso
Vragen
at hjælpe = helpen Bosnien-Hercegovina = Bosnië en Herzegovina de = zij (meervoud) den = het du = jij en ambassade = een ambassade en chauffør = een chauffeur en invitation = een uitnodiging en jurist = een jurist en kok = een kok en restaurant = een restaurant England = Engeland Finland = Finland Frankrig = Frankrijk han = hij hun = zij (enkelvoud) hvad = wat hvem = wie hvis = wiens hvor = waar hvor gammel = hoe oud hvor længe = hoelang hvorfor = waarom hvornår = wanneer I = jullie Indien = India Irak = Irak Iran = Iran island = Ijsland jeg = ik kære = beste kærlig hilsen = vriendelijke groeten Kina = china et land = een land landene = de landen en nationalitet = een nationaliteit Norge = Noorwegen Pakistan = Pakistan Polen = Polen pronominer = voornaamwoorden Rusland = Rusland selvfølgelig = natuurlijk Serbien = Servië Spanien = Spanje et sprog = een taal Sverige = Zweden Thailand = Thailand Tyrkiet = Turkije Tyskland = Duitsland Ungarn = Hongarije USA = VS vi = wij vi vil gerne invitere... = wij zouden graag...uitnodigen at invitere = uitnodigen en arbejdsplads = een arbeidsplaats at møde = ontmoeten en by = een stad dansk = Deens dejlig = prachtig deres = hun det = dit det var hyggeligt at møde dig = het was leuk om jou te ontmoeten en sygeplejerske = een verpleegster engelsk = Engels et tømrerfirma = een timmerbedrijf fint, tak = goed, bedankt han hedder = hij heet hej (hils) = hallo (begroeting) hej (afsked) = tot ziens (afscheid) hendes = haar hun (ental) = zij (enkelvoud) hun arbejder = zij werkt hun er = zij is hun kommer fra = zij komt van hvad med dig? = en met jou? hvor har du været? = waar ben jij geweest? hvordan går det? = hoe gaat het? i lige måde = hetzelfde voor jou kan = kan København = Kopenhagen en kollega = een collega kun = alleen lidt = een beetje en ægtemand = een echtgenoot en mand = een man Maria bor = Maria leeft ny = nieuw også = ook på arbejde = aan het werk på et hospital = in een ziekenhuis en Spanier = een Spanjaard synes = denk taler = spreek en tømrer = een timmerman velkommen = welkom vi ses = tot ziens vores = onze en adresse = een adres Anna går til dansk = Anna studeert Deens at gå = studeren de snakker = zij spreken at snakke = spreken eller = of en fodboldspiller = een voetbalspeler en kop kaffe = een kop koffie en pause = een pauze forkert = fout hvad laver du? = wat doe je at lave = maken jeg spiller = ik speel at spille = spelen en læge = een dokter professionel = professioneel rigtigt = juist sammen = samen tæt på = dicht bij tak = bedankt té = thee værsågod = hier ga je vil du have = wil jij 400 øer = 400 eilanden en ø = een eiland 5,3 millioner mennesker = 5,3 miljoen mensen et menneske = een mens at høre til = behoren tot består af = bestaat uit at bestå = bestaan det danske rige = het Koninkrijk Denemarken et navn = een naam et efternavn = een achternaam en befolkning = een bevolking en halvø = een schiereiland EU = EU Færøerne = Faeröer født i = geboren in Fyn = Funen gange = tijden en geografi = een geografie Grønland = Groenland hele = hele højeste naturlige punkt = hoogste natuurlijke punt en hovedstad = een hoofdstad jorden = de aarde Jylland = Jutland lille = klein et medlem = een lid mest almindelig = meest algemeen nord = noord øst = oost pigenavne = meisjesnamen et selvstyre = een zelfbestuur Sjælland = Seeland større byer = grote steden større end = groter dan syd = zuid typisk = typisch vest = west