Overhoren - Hoofdstuk 3 - Unit 3 Lesson 11 Zinnen FOUTLOOS - havo 3
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
Engels | Nederlands | ||
---|---|---|---|
Je zou helemaal niet omkomen van de honger. | = | ... | ⦾ ? |
Mijn ouders zouden toch nee zeggen. | = | ... | ⦾ ? |
Nee, echt, ze zouden het niet goed vinden. | = | ... | ⦾ ? |
Natuurlijk doet ze dat. | = | ... | ⦾ ? |
Je zou die van jou toch opzeggen? | = | ... | ⦾ ? |
Ik denk het. Ik weet het niet zeker. | = | ... | ⦾ ? |
Dat is toch de bedoeling. | = | ... | ⦾ ? |
Het tijdschrift zou morgen moeten komen. | = | ... | ⦾ ? |
Er staat iets in over ... | = | ... | ⦾ ? |
Ik zou dat niet kunnen! | = | ... | ⦾ ? |
Dat is het hem nou juist. | = | ... | ⦾ ? |
Je kunt het veel langer dan 24 uur volhouden. | = | ... | ⦾ ? |
Ik ben kieskeurig op wat ik eet. | = | ... | ⦾ ? |
Je bent altijd de eerste die een bord pakt. | = | ... | ⦾ ? |
Tegen die tijd rammel ik altijd van de honger. | = | ... | ⦾ ? |
Wat ze ook zegt. | = | ... | ⦾ ? |
Jij liever dan ik. | = | ... | ⦾ ? |