Overhoren - BK2 - File 6 - Discover - Phrases You Can Use - 2
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
| Nederlands | Engels | ||
|---|---|---|---|
| Ik zet ze nu ongeveer 15 minuten in de oven. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik ben nu alle ingrediënten aan het mixen. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik verwarmde de oven voor op 180 graden Celsius. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik doe het browniebeslag nu in de bakvorm voor brownies. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik keek net bij de koekjes, ze zijn klaar. | = | ... | ⦾ ? |
| Gisteren maakte ik met een vriendin koekjesbeslag. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik maakte het donut beslag op maandag. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik ben aan het wachten tot de brownies gebakken zijn. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik doe mijn schort voor. | = | ... | ⦾ ? |
| Daarna zette ik de koekjes in de oven. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik ben aan het wachten tot mijn lekkers is afgekoeld. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik sneed het deeg in gelijke stukjes en vergat het gat in het midden niet. | = | ... | ⦾ ? |
| Ik frituurde de stukjes deeg in hete olie. | = | ... | ⦾ ? |