Overhoren - BK - File 6 - Games - Phrases You Can Use - 1
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
Nederlands | Engels | ||
---|---|---|---|
Zo stel je een vraag | = | ... | ⦾ ? |
Sorry, kun je / kunt u me helpen? | = | ... | ⦾ ? |
Kun je me de weg wijzen? | = | ... | ⦾ ? |
Waar is het kasteel? | = | ... | ⦾ ? |
Waar zijn wij? | = | ... | ⦾ ? |
Mag ik je / u een vraag stellen? | = | ... | ⦾ ? |
Mag ik je / u iets vragen? | = | ... | ⦾ ? |
Kun je me vertellen waar het is? | = | ... | ⦾ ? |
Waar is het bos? | = | ... | ⦾ ? |
Zo geef je antwoord | = | ... | ⦾ ? |
Natuurlijk, ik weet wel waar dat is. | = | ... | ⦾ ? |
Het bos is rechtdoor, volg gewoon de weg. | = | ... | ⦾ ? |
Ga meteen links bij de oude eik. | = | ... | ⦾ ? |
Ga rechts bij het drakenhol. | = | ... | ⦾ ? |
Ga over de brug. | = | ... | ⦾ ? |
Het is aan de linkerkant. | = | ... | ⦾ ? |
Het is aan de rechterkant. | = | ... | ⦾ ? |
Zij zijn aan het einde van de weg. | = | ... | ⦾ ? |
Zij zijn net voorbij het kasteel. | = | ... | ⦾ ? |