Overhoren - file 9 bk Prepositions of Place - voorzetsels van plaats - 2
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
Nederlands | Engels | ||
---|---|---|---|
Ik ben nog steeds op het plein in Rome. | = | ... | ⦾ ? |
Neil verblijft in een jeugdherberg. | = | ... | ⦾ ? |
Maddy's hotel ligt naast de haven. | = | ... | ⦾ ? |
Neil zeilde onder de bruggen van Newcastle door. | = | ... | ⦾ ? |
De trein vertrekt van perron 8. | = | ... | ⦾ ? |
Enzo parkeerde zijn auto naast het restaurant. | = | ... | ⦾ ? |
De rugzak ligt achter de stoel. | = | ... | ⦾ ? |
Je moet voor de fontein wachten. | = | ... | ⦾ ? |