Overhoren - file 2 bk Phrases You Can Use - 2
Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.
Nederlands | Engels | ||
---|---|---|---|
Wat is dat? | = | ... | ⦾ ? |
Waar gebruikte je het voor? | = | ... | ⦾ ? |
Wat deed je ermee? | = | ... | ⦾ ? |
Wie heeft het voorwerp uitgevonden? | = | ... | ⦾ ? |
Wie gebruikten het voowerp? | = | ... | ⦾ ? |
Was het duur of goedkoop? | = | ... | ⦾ ? |
Waar kon je het vinden? | = | ... | ⦾ ? |
Gebruiken sommige mensen het nog steeds? | = | ... | ⦾ ? |
Verzamelen veel mensen deze dingen? | = | ... | ⦾ ? |
Waarom gebruikt men het niet meer? | = | ... | ⦾ ? |