Hoofdstuk 1 - functiewoorden
Bij methode Engels aangemaakt op 07-02-2020 door anna en inmiddels 528 keer bekeken.
Leerjaar: 6
Vragen
to account = verhelderen to advocate = pleiten voor to anticipate = anticiperen, voorzien to assume = aannnemen, veronderstellen to call for action = vragen om maatregelen to claim = met klem beweren to comment = opmerken to conclude = besluiten to counter the idea = het idee tegenspreken to criticise = bekritiseren to demonstrate = belichten to describe = beschrijven to discuss = bespreken to distinguish = onderscheiden to elaborate = uitwerken to emphasize = benadrukken to explain = uitleggen to express = uiten to favour = begunstigen to give examples = voorbeelden geven to ignore = negeren to illustrate = illustreren to impress = indruk maken op to indicate = aanduiden to introduce = voorstellen to mention = vermelden to outline = in grote lijnen aangeven to point to = wijzen to prepare = voorbereiden to prove = bewijzen to refuse = weigeren to restate = herformuleren to set out = uiteenzetten to set the scene = de situatie omschrijven to shed a different light on = een ander licht werpen op to show = tonen to state = stellen to stress = benadrukken to suggest = suggereren to sum up = opsommen to support = ondersteunen to undermine = ondermijnen