2e deel
Bij methode Build Up 9-14 aangemaakt op 19-11-2018 door Hidde en inmiddels 869 keer bekeken.
Leerjaar: 2
Niveau: vwo
Vragen
kleding = clothes mode = fashion ouderwets = old-fashioned rok = skirt uitdoen = to take off aandoen = to put on zich aankleden = to dress jurk = dress vrijetijdskleding = casual clothes passen = to fit paskamer = fitting room passen (proberen = to try on laars/hoge schoen = boot vuil/vies = dirty zich omkleden = to change poetsen = to polish handschoen = glove leer = leather echt = real waterdicht = waterproof parel = pearl duur = expensive goedkoop = cheap riem = belt das/sjaal = scarf aarzelen = to hesitate aarzeling = hesitation lange broek = trousers jasje/colbert = jacket schitterend = splendid pak/kostuum = suit stropdas = tie korte broek = shorts jeans = spijkerbroek pyjama = pyjamas schaar = scissors sportschoenen = trainers zijde = silk katoen = cotton verven = to dye ondergoed = underwear verkopen = to sell badpak = swimsuit zwembroek = swimming trunks herenkleding = menswear dameskleding = womenswear juweel = jewel diamant = daimond armband = bracelet juwelier = jeweller halsketting = necklace oorbel = earring verrassen = to surprise verrassing = surprise mouw = sleeve trui = sweater wol = wool wollen = woollen kous = stocking trainingspak = tracksuit ontwerpen = to design ontwerper = designer kraag/boord = collar bont = fur maat = size strak = tight verkrijgbaar = available rits = zip/zipper knoop = button chic = smart stelen = to steal zoeken naar = to look for geschenk = present edelsteen = gem tegenkomen = to come across namaken = to fake namaak/vals = fake versleten = worn-out pantoffel = slipper scheuren = to tear maken/repareren = to mend eten/voedsel = food maaltijd = meal vlees = meat rundvlees = beef varkensvlees = pork bot = bone lamsvlees = lamb gehaktbal = meatball vetarm = low-fat dieet = diet stukje = piece lapje mager vlees = steak worstje = sausage bakken = to fry taai = tough kip = chicken slager = butcher heerlijk = delicious proeven/smaken = to taste smaak = taste lekker = tasty pasteitje = pie kalkoen = turkey reuk/geur = smell ruiken = to smell vegetarisch = vegetarian bevatten = to contain drankje = drink bevriezen = to freeze