Hoofdstuk 6 - build up nummers 6,7,8,9,10

Bij methode Build Up deel 2 aangemaakt op 03-10-2022 door teun en inmiddels 193 keer bekeken.
Leerjaar: 2 Niveau: havo/vwo

Vragen

disease / illness = ziekte
mental = geestelijk
physical = lichamelijk
to suffer = lijden
insane = krankzinnig
paralysed = verlamd
chemist = apotheek
toothache = kiespijn
an aspirin = een asprientje
a headache = hoofdpijn
dentist = tandarts
hole = gaatje
to fill = vullen
habit = gewoonte
temptation = verleiding
serious = ernstig
to recover = herstellen
recovery = herstel
to treat = behandelen
treatment = behandeling
a sore throat = een zere keel / keelpijn
afraid of = bang voor
to vomit / to throw up = overgeven
through = door
to worry = zich zorgen maken
worried / concerned = bezorgd
worry / concern = bezorgheid / zorg
to have a cold = verkouden zijn
to catch a cold = kou vatten
handkerchief = zakdoek
to bleed = bloeden
influenza / flu = griep
ordinary = gewoon
to get rid of = kwijtraken
to cough = hoesten
to have a fever / a temperature = koorts hebben
conscious = bij bewustzijn
unconscious = bewusteloos
poison = vergif
poisonous = giftig
allergic (to) = allergisch (voor)
to bear = (ver) dragen
glasses / spectracles = bril
specs = bril
to wear = dragen (bril / kleding)
contact lens = contactlens
prescription = doktersrecept
danger = gevaar
dangerous = gevaarlijk
condition = toestand
wheelchair = rolstoel
suitable = geschikt
kidney = nier
cancer = kanker
death = dood
ward = ziekenzaal
disabled = invalide
to bury = bgraven
cemetery = begraafplaats
funeral = begrafenis
exercise = lichaamsbeweging
to advise = adviseren
advice = advies
to follow = volgen
(al)though = hoewel
had better = kunt beter
relieved = opgelucht
relief = opluchting
exhausted = uitgeput
clothes = kleren
fashion = mode
old-fashioned = ouderwets
skirt = rok
to take off = uitdoen
to put on = aandoen
to dress = zich aankleden
dress = jurk
casual clothes = vrijetijdskleding
to fit = passen
fitting room = paskamer
to try on = proberen
boot = laars
dirty = vies
to change = zich omkleden
to polish = poetsen
glove = handschoen
leather = leer
real = echt
waterproof = waterdicht
pearl = parel
expensive = duur
cheap = goedkoop
belt = riem
scarf = sjaal
to hesitate = aarzelen
hesitation = aarzeling
trousers = broek
jacket = jasje
splendid = schitterend
suit = pak
tie = stropdas
shorts = korte broek
jeans = spijkerbroek
pyjamas = pyjama
scissors = schaar
trainers = sportschoenen
silk = zijde
cotton = katoen
to dye = verven
underwear = ondergoed
to sell = verkopen
swimsuit = badpak
swimming trunks = zwembroek
menswear = herenkleding
womenwear = dameskleding
jewel = juweel
diamond = diamant
jeweller = juwelier
bracelet = armband
necklace = halsketting
earring = oorbel
to surprise = verrassen
suprise = verrassing