Vwo bu A3A
Bij methode Build Up deel H 11tm20 aangemaakt op 08-04-2021 door noor en inmiddels 462 keer bekeken.
Leerjaar: 3
Niveau: vmbo-t/havo/vwo
Vragen
dangerous = gevaarlijk condition = toestand to sneeze = Niezen wheelchair = rolstoel suitable = geschikt to perform = uitvoeren kidney = nier cancer = kanker ward = ziekenzaal disabled = invalide to bury = begraven cemetery = begraafplaats funeral = begrafenis coffin = doodskist sorrow = verdriet undertaker = begrafenisondernemer poison = vergif poisonous = giftig contagious = besmettelijk allergic to = allergisch voor sévère = ernstig / hevig grief = verdriet solemn = plechtig exercise = lichaamsbeweging to benefit = goed doen benefit = voordeel, nut te be bound to = zeker zullen fashion = mode old-fashioned = ouderwets to wear = dragen to carry = dragen skirt = rok tie = stropdas to take off = uitdoen to put on = aandoen to dress = zich aankleden dress = jurk to fit = passen dirty = vuil to change = zich omkleden slipper = pantoffel worn-out = versleten boot = laars / hoge schoen to polish = poetsen glove = handschoen to suit = (goed)staan collar = boord tailor = kleermaker underwear = ondergoed panties = slipje bra = bh vest = hemd underpants = onderbroek conspicuous = opvallend badge = embleem / insigne smart = keurig / chic trousers = lange broek jacket = jasje suit = pak shorts = korte broek jeans = spijkerbroek pyjamas = pyjama to tear = scheuren to mend = maken scissors = schaar to catch on = aanslaan silk = zijde cotton = katoen needle = naald PIN = speld button = knoop to dye = verven van haar to fold = vouwen pattern = patroon cloth = stof coarse = ruw velvet = fluweel menswear = herenkleding womanswear = dameskleding fitting room = paskamer zip = ritssluiting sleeve = mouw shabby = armoedig leather = leer real = echt waterproof = waterdicht tracksuit = trainingspak trainers = sportschoenen sweater = trui jersey = trui wool = wol woollen = wollen to knit = breien stocking = kous to try on = passen to design = ontwerpen to iron = strijken fur = bont swimsuit = badpak swimming trunks = zwembroek laundry = wasgoed laundry = wasserij thread = draad patch = plek to sew = naaien jewel = juweel jewel = edelsteen expensive = duur bracelet = armband necklace = halsketting splendid = prachtig marvellous = prachtig to look for = zoeken (naar) pearl = parel fake = namaak fake = vals belt = riem belt = ceintuur to fasten = vastmaken chain = ketting to hesitate = aarzelen hesitation = aarzeling brooch = broche to surprise = verrassen surprise = verrassing present = geschenk / cadeau gift = geschenk / cadeau to steal(stole-stolen) = stelen jewellery = sieraden jewellery = juwelen gem = edelsteen precious = edel precious stone = edelsteen to come across = tegenkomen to recover = terugvinden to fake = namaken genuine = echt plate = bord spoon = lepel saucer = schotel cupboard = kast bowl = Schaal / kom Serviette, napkin = servet kettle = ketel lid = deksel sharp = scherp blade = Lemmet / snijvlak blunt = bot host = gastheer Hostess = Gastvrouw stain = vlek Stainless = Roestvrij to remove = Verijderen tray = dienblad To lay the table = De tafel dekken / opdekken To clear the table = De tafel afruimen / afruimen jar = pot Jug = kan solid = massief dish = schotel meat = vlees beef = rundvlees pork = varkensvlees chop = karbonade lamb = lamsvlees meatball = gehaktbal veal = kalfsvlees raw = rauw steak = biefstuk sausage = worstje to fry = bakken butcher = slager mustard = mosterd taste = smaak to taste = proeven / smaken pie = pasteitje turkey = kalkoen smell = reuk / geur to smell = ruiken free range eggs = scharreleieren to freeze = bevriezen peculiar = eigenaardig greedy = gulzig fit = geschikt distinct = duidelijk to decay = bederven perishable = bederfelijk particular = kieskeurig to be hungry = honger hebben to prefer = liever hebben salt = zout pepper = peper tough = taai chicken = kip low-fat = vetarm menu = menukaart starter = voorgerecht different = verschillend difference = verschil omelette = omelet liver = lever vegetarian = vegetariër vegetarian = vegetarisch favourite = lievelings well-done = doorbakken medium = medium rare = licht gebakken to do without = het doen zonder prawen = garnaal shrimp = garnaal lobster = kreeft slamon = zalm trout = forel plaice = shol sole = tong fruit = fruit Vegetable = groente lettuce = sla carrots = worteltjes pea = erwt cabbage = kool spinach = spinazie cauliflouwer = bloemkool cucumber = komkommer mushroom = paddestoel bean = boon French beans = sperziebonen hardly = nauwelijks to peel = schillen greengrocer = groenteboer onion = ui chips = friet peach = perzik tin / can = blikje cherry = kers pineapple = ananas plum = pruim salad = salade fond of = dol op grocer = kruidenier scarce = schaars scarcely / barely = nauwelijks berry = bes to can = inblikken to preserve = bewaren dish = gerecht to boil = koken soft-boiled = zacht gekookt hard - boiled = hard gekookt sandwich = dubbele boterham honey = honing home-made = zelfgemaakt strawberry = aardbei bread = brood basket = mandje a loaf ( mv: loaves) = een brood roll = broodje / kadetje used to = gewend aan to pass = aangeven to pour = gieten enough = voldoende slice = plak to spill (spilt-spilt) = morsen to prepare = Klaarmaken by the way = tussen twee haakjes to bother = moeite doen cereal = graanproduct to starve = erge honger hebben