⦾ alles laten zien ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Work (2) - havo/vwo 3

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op ⦾. Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met ✓ of ✗. Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands		Engels
employee / worker	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
employer	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
employment / work	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
unemployment	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
unemployed	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
region	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
jobcentre	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
factory	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
labourer	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
to deal in	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
temporary	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
employment agency	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
temp	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
regular job	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
job interview	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
qualified	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
shortage	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
staff	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
trainee	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
traineeship	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
to earn a living	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
social security	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
benefit	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
manufacturer	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
to achieve	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
achievement	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
migrant (worker)	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
minimum wage	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
work permit	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗
to be on welfare / on social security	=	...	⦿ ⦾ ? ✓ ✗

Overhoren - Work (2) - havo/vwo 3

Klaar!