Hoofdstuk 7 - Unit 7 Wordlist

Bij methode New Headway English Course deel 1 aangemaakt op 27-06-2022 door gijs en inmiddels 299 keer bekeken.
Leerjaar: 1 Niveau: havo/vwo

Vragen

accident = ongeval
account = rekening
accountant = accountant
advertise = reclame maken voor
advertisement = advertentie
album = album
alive = levend
ambitious = ambitieus
art = kunst
artist = kunstenaar
attend = bijwonen
bad-tempered = slechtgehumeurd
band = band
bass = bas
bodyguard = lijfwacht
calm = kalm
camping = Kamperen
career = carrière
chauffeur = chauffeur
chef = chefkok
corridor = gang
courage = moed
danger = gevaar
decide = beslissen
decision = beslissing
decorate = versieren
decorator = decorateur
dietician = diëtist
difference = verschil
disaster = ramp
disastrous = rampzalig
drama queen = aansteller
drums = drums
easy-going = makkelijk
electric = elektrische
electrician = elektricien
employ = in dienst nemen
employer = werkgever
employment = werk
entourage = gevolg, begeleiding
explain = uitleggen
explanation = uitleg
fame = beroemdheid
famous = beroemd
film première = film première
fire someone from a job = iemand ontslaan
flopped (been unsuccessful) = flopte
founder member = medeoprichter
friendly = aardig
governed = geregeerd
great granddaughter = achterkleindochter
guitar = gitaar
have a break = even pauzeren
play havoc with something = een ravage aanrichten
heir = erfgenaam
hire = huren
imagination = fantasie
including = inclusief
industry = industrie
influenced = beïnvloedde
Interpret = vertolken
interpreter = tolk
invent = uitvinden
invitation = uitnodiging
journalist = journalist
keyboard = soort piano
kind = vriendelijke
kindness = vriendelijkheid
law = wet
librarian = bibliothecaris
library = bibliotheek
lighting = verlichting
manicurist = manicuurster
member = lid
misfortunes = ongeluk
model = modelleren
moody = humeurig, nors
movie = film
music business = muziek industrie
musical instrument = muziekinstrument
musician = musicus
nervous breakdown = zenuwinzinking
noisy = lawaaierig
novel = roman
organization = organisatie
organize = organiseren
PA (personal assistent) = persoonlijk assistent
paparazzi = fotografen van roddelbladen
patient = geduldig
patient = patient
perform = optreden
performance = voorstelling (theater)
personal trainer = persoonlijke trainer
photographer = fotograaf
piano = piano
politician = politicus
politics = politiek
principality = prinsdom
private jet = privé vliegtuig
psychoanalysis = psychoanalyse
reception = receptie / ontvangst
refer to = verwijzen naar
related = verwant
sack = zak
saxophone = saxofoon
science = wetenschap
selfish = egoïstisch
series = serie
sidewalk = trottoir
spoilt = verwend
staff = personeel
temperamental = temperamentvol
ten pound note = briefje van tien pond
thoughtful = attent
tragedy = tragedie
tragic = tragisch
trumpet = trompet
unkind = onaardig
upset = van streek