⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 6 - overhoring unit 5&6 - 1

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Engels Nederlands
beroving;overval = ... ?
agent = ... ?
vijver = ... ?
pad = ... ?
plotseling;opeens = ... ?
springen = ... ?
struik = ... ?
echt waar = ... ?
omschrijven = ... ?
tamelijk = ... ?
vreemd = ... ?
afhouden van = ... ?
uitgang = ... ?
eigenlijk = ... ?
lijken = ... ?
bestelwagen = ... ?
poort = ... ?
ingang = ... ?
speeltuin = ... ?
interessant = ... ?
buitengewoon = ... ?
fantastisch = ... ?
Wat is er aan de hand? = ... ?
Ach, wat erg. = ... ?
pardon? = ... ?
Ik denk het wel. = ... ?
Wat heb je precies gezien? = ... ?
Het leek me een vreemde handtas. = ... ?
Het had de vorm van een appel. = ... ?
Het had een vreemde kleur. = ... ?
Kun je dat alsjeblieft opnieuw zeggen? = ... ?
Nu u het zegt. = ... ?
Dat is een opluchting. = ... ?
rondhangen = ... ?
afval achterlaten = ... ?
vernielen = ... ?
bang maken = ... ?
netjes = ... ?
politicus = ... ?
buurtcomité = ... ?
bijeenkomst = ... ?
praten = ... ?
zaak = ... ?
in slechte staat = ... ?
fatsoenlijk = ... ?
bij elkaar komen = ... ?
parkeerplaats = ... ?
asociaal = ... ?
gedrag = ... ?
veilig = ... ?
verschil = ... ?
irritant = ... ?
voor paal zetten = ... ?
speeltoestellen = ... ?
vrijheid = ... ?
pijn doen = ... ?
denken = ... ?
woordvoerder = ... ?
huren = ... ?
rolschaats = ... ?
maat = ... ?
halen = ... ?
kin = ... ?
vertrouwen = ... ?
helm = ... ?
lelijk = ... ?
kniebeschermer = ... ?
korting = ... ?
eruitzien = ... ?
truc = ... ?
salto = ... ?
bangerik = ... ?
uitkijken = ... ?
ijscokraam = ... ?
reusachtig = ... ?
sprong = ... ?
mensheid = ... ?
raken = ... ?
Ik heb maat vijf en hij heeft maat acht. = ... ?
Maak je niet zo druk! = ... ?
Het komt wel goed met je. = ... ?
Wat bedoelt u? = ... ?
U maakt een grapje zeker? = ... ?
Je ziet er goed uit met je helm op! = ... ?
Wat spannend! = ... ?
Ik heb de slag te pakken. = ... ?
Niet te geloven. = ... ?
Ik sta versteld. = ... ?
Ik kan je niet verstaan. = ... ?
Kun je wat harder praten? = ... ?
verdwijnen = ... ?
voorbij;verleden;gebeurd = ... ?
aansluiten op = ... ?
reden = ... ?
wakker worden = ... ?
worden = ... ?
opschieten met = ... ?
in het algemeen = ... ?
blij = ... ?
op zijn gemak = ... ?
zelfs = ... ?
twee keer = ... ?
verstandig zijn = ... ?
piepklein;klein = ... ?
krankzinnig = ... ?
verbeteren = ... ?
helling = ... ?
grote zaal = ... ?
trap = ... ?
baksteen = ... ?
vuist = ... ?
meedoen = ... ?
ervaring = ... ?
band = ... ?
proberen = ... ?
proef = ... ?
geweldig = ... ?
ongeluk = ... ?
gebroken = ... ?
enkel = ... ?
vastgrijpen = ... ?
wandelstok = ... ?
negeren = ... ?
advies = ... ?
lachen = ... ?
concentreren = ... ?
verwonden = ... ?
gek = ... ?
Neem me niet kwalijk. = ... ?
Mag ik meedoen met de les? = ... ?
Kan ik het proberen?als proef? = ... ?
Nou vooruit dan maar. = ... ?
Heel erg bedankt. = ... ?
Niets te danken. = ... ?
Ik zei toch dat je niks raars moest doen. = ... ?
Mag ik morgen een dag vrij van school? = ... ?
Nee, absoluut niet. = ... ?
blijven = ... ?
schreeuwen = ... ?
rekenen op = ... ?
geweldig = ... ?
waarschijnlijk = ... ?
wennen aan = ... ?
gebeuren = ... ?
aan de andere kant = ... ?
overwegen = ... ?
stoppen = ... ?
aanvoerder ((van een team)) = ... ?
gênant = ... ?
vangen = ... ?
meestal = ... ?
uitlachen = ... ?
je zorgen maken over = ... ?
aandacht besteden aan = ... ?
zich richten op = ... ?
tot slot = ... ?
verdelen = ... ?
verbieden = ... ?
verstuiken = ... ?
het van de positieve kant bekijken = ... ?
glad = ... ?
helling = ... ?
zich vermaken = ... ?
zich afvragen = ... ?
opmerken = ... ?
pak = ... ?
wie dan ook = ... ?
willen = ... ?
leren kennen = ... ?
blond = ... ?
zwaar = ... ?
knap = ... ?
nogal = ... ?
gespierd = ... ?
moeilijk = ... ?
skibril = ... ?
aanraken;raken = ... ?
dak = ... ?
de baas kunnen = ... ?
bocht = ... ?
verlegen = ... ?
Nou Britt vermaak je je een beetje? = ... ?
Kan ik je iets vragen? = ... ?
Wat is er? = ... ?
Ik zag een jongen die veel talent had. = ... ?
Weet je hoe hij eruit ziet? = ... ?
Hij is nogal lang en mager. = ... ?
Hij is ook erg gespierd. = ... ?
Ik kan niet zien of hij knap is of niet. = ... ?
Zie je die lange jongen bovenaan? = ... ?
Ik ga er vandoor tot ziens. = ... ?
het laten vechten van dassen = ... ?
stuntvliegen = ... ?
hinkelen = ... ?
sportiviteit = ... ?
athetisch = ... ?
evenement = ... ?
vechtsport = ... ?
behalve = ... ?
ongeveer = ... ?
veld = ... ?
beschermer;beenbeschermer = ... ?
gek = ... ?
voldoen aan = ... ?
campagne voeren = ... ?
reddend zwemmen = ... ?
meteen = ... ?
afwijzen = ... ?
puur = ... ?
verschijnen = ... ?
golf = ... ?
overtuigen = ... ?
verdienen = ... ?
uitmuntendheid = ... ?
in de laatste jaren = ... ?
waardig = ... ?
lichamelijke = ... ?
touwtrekken = ... ?
profiel van je schoenzool = ... ?

Klaar!