⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 1 - study box 4 - 3

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Engels Nederlands
fris / koud = ... ?
weggaan / optrekken = ... ?
vooruitzicht / verwachting = ... ?
wegwerkzaamheden = ... ?
afslag = ... ?
over het algemeen = ... ?
in gebruik = ... ?
sluiten = ... ?
doorgaande trein = ... ?
persoonlijke eigendommen = ... ?
ongemak = ... ?
spijt hebben / betreuren = ... ?
onder = ... ?
snijwond = ... ?
pleister = ... ?
verband / verbandmateriaal = ... ?
besmet = ... ?
afnemen / minder worden = ... ?
zonnebrand = ... ?
vorst = ... ?
bui = ... ?
verkeer = ... ?
richting = ... ?
smal / nauw = ... ?
rijbaan / weggetje / straat = ... ?
openbaar vervoer = ... ?
verder / daarachter / daarna = ... ?
overstappen = ... ?
vertrekken = ... ?
perron = ... ?
namens = ... ?
aankondigen = ... ?
annuleren = ... ?
gordel = ... ?
wond = ... ?
jeuken = ... ?
insmeren = ... ?
verspreiden = ... ?

Klaar!