⦾ alles laten zien ⦿ alles verbergen ⇄ omdraaien ⤨ herhaal moeilijk ⤨ shuffle

Overhoren - Hoofdstuk 2 - Hören und sehen blz 74 Duits-Nederlands - 4

Overhoor jezelf! Bedenk wat het woordje moet zijn en typ het in of klik op . Geef vervolgens eventueel aan of je het goed had met of . Weet je het bijna? Vraag dan een hint met ?. Alles kan ook met het toetsenbord. Typ hiervoor de antwoorden in en gebruik de pijtjes.

Nederlands Duits
de toespraak, rede = ... ?
de beslissing = ... ?
de omgeving = ... ?
de afzegging = ... ?
de reden = ... ?
voldoende = ... ?
vermelden = ... ?
twijfelachtig = ... ?
de advocaat = ... ?
openbaar = ... ?
de provider = ... ?
overbrengen = ... ?
de tekstpassage = ... ?
de opleiding = ... ?
de bijlagen bij een sollicitatie = ... ?
het sollicitatiegesprek = ... ?
de rode draad = ... ?
de eis = ... ?
vereist, noodzakelijk = ... ?
de nascholing = ... ?
reclame maken = ... ?
de vormgeving = ... ?
de voorwaarde, de veronderstelling = ... ?
het collegegeld = ... ?
de studiebeurs = ... ?
de beslissing = ... ?
het kenmerk = ... ?
blijken, voortkomen uit = ... ?
de handelwijze = ... ?
de belemmering = ... ?
de studierichting = ... ?
de prestatie = ... ?
de basis = ... ?
in dit opzicht = ... ?
de studiegenoot = ... ?
overigens, trouwens = ... ?
teleurstellen = ... ?
de procedure = ... ?
gebruikelijk, traditioneel = ... ?

Klaar!